Maar de homeopaten bestrijden ook niet dat in zo’n            enorme verdunningen geen enkele werkzame molecule meer aanwezig is.            De tovertruc zit hem in het schudden van het mengsel. Daardoor wordt            de aanwezigheid van de werkzame stof in het “geheugen” van            het water ingeprent. De werkzame molecule verdwijnt uiteindelijk, maar            blijft onrechtstreeks aanwezig in het “geheugen” van het            water, dat dit door schudden opnieuw kan doorgeven aan nieuwe watermoleculen,            die op die manier ook in hun geheugen de werkzame stof ingeprent krijgen.            Wat we onder het geheugen van water moeten verstaan is niet duidelijk,            ook niet voor homeopaten. De wetten van de fysica en chemie wijzen er            tot op heden op dat zo’n overdracht niet mogelijk is. Bovendien            rijzen er heel wat vragen bij die veronderstelling.
Hoe kan ons lichaam dit geheugen registreren? En            dan hebben we het in de bereidingswijze van homeopathische middelen            nog niet eens gehad over de onzuiverheden die voorkomen, zelfs in de            meest hygiënische omstandigheden. Het water zal volgens die denkwijze            dus ook informatie van die onzuiverheden bevatten, en niet enkel van            de werkzame stof. En de watermoleculen zijn toch ooit al met vele verschillende            stoffen in aanraking gekomen? Moet het geheugen van het water dan niet            de informatie van al deze verschillende stoffen bevatten? Als je die            lijn doortrekt, dan bevat al het water alle informatie van zowat alle            stoffen, dus waarom speciaal een homeopathisch middel kopen als gewoon            kraantjeswater toch de informatie bevat van alle (en dus ook van de            werkzame stoffen) bevat? Met de vele ontelbare krachten in het water            zou je je afvragen waarom ons kraantjeswater niet alle kleuren van de            regenboog uitslaat. 
[Lees verder...] 
 
