Het similiaprincipe

Ter verdediging van het similiaprincipe verwijzen homeopaten naar de overeenkomst met vaccinatie, waar ook het gelijke met het gelijke wordt bestreden. De vergelijking gaat echter niet op. Bij vaccinatie worden de ziekteverwekkers (in verzwakte vorm) toegediend, bij homeopathie enkel stoffen waarvan verondersteld wordt dat ze dezelfde symptomen veroorzaken. Vaccins behandelen trouwens geen ziektes, maar kunnen enkel als preventie toegediend worden opdat het lichaam antistoffen zou kunnen maken als reactie op de toegediende ziekteverwekkers. Verder is de hoeveelheid van de actieve stoffen in een vaccin véél groter dan bij homeopathische middelen (zie verder).

De meeste mensen aanvaarden dat ziekten bepaalde oorzaken hebben, en dus ook een bepaalde remedie vereisen. Maar niet volgens de homeopathie. Strikt genomen komt het begrip “ziekte” niet voor in een homeopathische behandeling, en ook van een echte diagnose is geen sprake. Het enige wat een goede homeopaat dient te doen, is de patiënt ondervragen. De patiënt lichamelijk onderzoeken wordt eigenlijk niet nodig geacht. De ondervraging levert een reeks symptomen op, en op basis daarvan wordt een remedie gekozen, nl. een middel dat dezelfde symptomen veroorzaakt. Bij elke reeks klachten, hoort een bepaald pilletje of drankje. Om welke ziekte het gaat, doet er helemaal niet toe.

[Lees verder...]